Je wilt je familiegeschiedenis gaan onderzoeken, maar hoe begin je? Allereerst is het van belang te kijken naar wat je wilt gaan onderzoeken. Er zijn verschillende vormen van onderzoek mogelijk: stamreeks, kwartierstaat, genealogie en parenteel. Hieronder een overzicht.
Stamreeks
Bij een stamreeks maak je een overzicht van alle voorouders in de mannelijke lijn (patrilineair) of in de vrouwelijke lijn (matrilineair), van heden naar verleden.
Hieronder een schematisch overzicht (klik op de afbeelding om het groter te zien). Onderaan sta jij zelf, daarboven je ouders, daarboven je opa of oma (afhankelijk van het soort stamreeks) en zo ga je verder terug in de tijd.
Deze vorm van onderzoek kan je gebruiken om onderzoek te doen naar je familienaam.
Van iedere persoon probeer je de volgende gegevens zo compleet mogelijk te krijgen: naam, geboortedatum en -plaats, overlijdensdatum en -plaats, huwelijksdatum en -plaats en de naam van de partner, en van die partner ook de geboorte- en overlijdensgegevens. Vervolgens kan je je onderzoek uitbreiden door de gezinnen zo compleet mogelijk te maken met de broers en zusters van een persoon en eventueel daar ook weer de partners van.
Kwartierstaat
In plaats van één lijn kun je ook alle lijnen van je voorouders uitzoeken. Je krijgt dan een kwartierstaat, dit is een overzicht van ouders, grootouders, overgrootouders etc. Bij iedere volgende generatie verdubbelt het aantal voorouders: twee ouders, vier grootouders etc.
Uitgangspunt is de ‘proband’, dat ben je meestal zelf, daarboven staan de ouders, links de vader, rechts de moeder. Daarboven staan de grootouders, links die van de vaderskant, rechts die van de moederskant. En zo ga je met iedere generatie een stap terug in de tijd.
Je kunt de onderzoeksresultaten verwerken in een schema, of in tekstvorm. Op deze website zie je onder het kopje Kwartierstaten een aantal voorbeelden.
Ook bij de een kwartierstaat probeer je weer de gegevens van alle personen zo compleet mogelijk te krijgen: naam, geboortedatum en -plaats, overlijdensdatum en -plaats, huwelijksdatum en -plaats etc. En ook kan je hier ervoor kiezen de gezinnen compleet te krijgen met broers/zusters en eventuele partners.
Met één van de bovenstaande vormen beginnen de meeste mensen. Daarna kan je je onderzoek verdiepen door het maken van een genealogie of een parenteel.
Genealogie
Bij een genealogie ga je, in tegenstelling tot bij een kwartierstaat of stamreeks, van het verleden naar het heden. Je begint met een (patrilineaire) stamreeks, en van je oudst gevonden voorouder, de stamvader werk je naar het heden toe. Je verzamelt gegevens over zijn gezin, daarna ga je verder met de gezinnen van zijn zoons. Daarna de gezinnen van de zoons van de zoons. Je krijgt nu een overzicht van verwante naamgenoten.
Parenteel
Een parenteel is vergelijkbaar met een genealogie, maar dan onderzoek je niet alleen de mannelijke afstammelingen van een voorouder, maar ook de vrouwelijke afstammelingen. Je krijgt dan een overzicht van alle afstammelingen van een persoon.